Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw verdween het landelijke uitzicht rondom de Zulte met een hoge snelheid en de landerijen waar vroeger door noeste arbeid van boeren een prachtig gebied was ontstaan, schoven nu zware bulldozers en grote kranen die bewerkte grond zo ter zijde. Slechts in enkele jaren was er nog maar heel weinig over van het ruimtelijk gebied en het contrast met enkele tientallen jaren kon niet groter zijn. De omgeving van het dorp Roden moest klaargestoomd worden voor de jaren ’70, het tijdperk dat het eens kleine dorp Roden de grote stad Groningen naar de kroon ging steken. En ja, als de plaatselijke politiek zijn zin zou krijgen, dan ging Roden zelfs de stad voorbij!
Dat niet iedereen de uiterst ambitieuze plannen van de politiek deelde, spreekt voor zich en hier en daar was er toch behoorlijk wat weerstand tegen de roekeloze woningbouw. Met name in het zuidoostelijk gedeelte van het dorp, waar toch de iets beter gesitueerde bevolking van Roden woonde, zag met de woningbouw en de aanleg van de Ceintuurbaan Oost niet zitten en verdwenen de plannen dan ook net zo snel als ze geopperd werden. Aangeven dat de woningbouw richting het gebied nabij het Ronostrand ook een goede mogelijkheid was, werd niet eens in overweging genomen. Sterker nog, hier rust nog steeds een taboe op. Of zoals een verbitterde boer uit de Zulte eens tegen mij zei: “As je moar ’n beste bult centen hebt, dan luustern ze wel noar je.” Of het waar is, durf ik niet te zeggen, feit is wel dat het prachtig gebied voor altijd verdwenen is.
Door de combinatie van het toenemend aantal bedrijven dat zich in de jaren zestig in het dorp Roden ging vestigen en de daardoor gestegen vraag naar woningen, waarbij het aantal inwoners ook behoorlijk toe begon te nemen, nam de woningbouw ten oosten van het voormalig esgehucht ook in een rap tempo toe. Zo waren er vanaf 1966 al een behoorlijk aantal sociale huurwoningen langs de nieuwe Ceintuurbaan Noord verschenen en in 1969 kwamen er maar liefst 22 nieuwe premiewoningen bij in het gedeelte tussen de Hop en de Hazelaar.
Op donderdag 4 september van dat jaar verscheen er in het Nieuwsblad van het Noorden een advertentie van Makelaardij Van Loon uit Groningen, waarbij men aangaf dat er nog enkele artistieke woonhuizen aan de Ceintuurbaan Noord te Roden beschikbaar waren. Het betrof hier een paar tussenwoningen die inclusief alle kosten voor 47.000 gulden gekocht konden worden. Kijk, dat Roden ambities had om de stad Groningen voorbij te streven, vonden ze daar geen probleem zolang er maar een beste smak geld verdiend kon worden.
Een maand later plaatst de Groninger makelaar weer een advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden, nu met een prachtige tekening van de premiewoningen. De huizen op de afbeelding, het enige blok met vier woningen, werd niet aan de Ceintuurbaan Noord maar aan de Hazelaar gebouwd. De andere drie blokken bestonden wel uit zes woningen en stonden wel langs de Ceintuurbaan Noord. De royale en voor die tijd moderne eengezinshuizen met centrale verwarming waren ontworpen door de architectenbureaus van der Scheer aan de Larixlaan 2 in Roden en Faber uit Stadskanaal. Het bouwbedrijf Giezen was verantwoordelijk voor de bouw van de 22 woningen.
Naast de toenemende druk van de nieuwe inwoners op de woningmarkt, begon zich een ander probleem voor te doen; het verkeer. Door de toenemende welvaart en de dalende prijzen van auto’s, zagen de bestuurders van het dorp Roden zich genoodzaakt om nu ook het belabberde wegenpark in en rondom het dorp aan te gaan pakken. Aan het begin van de zestiger jaren had men al een soort rondweg om Roden bedacht, die de verkeersdruk uit het dorp moest gaan opvangen. De weg kreeg de naam Ceintuurbaan, dat van het Latijnse ‘cingere’ (omringen) afkomstig is en verbasterde tot cingulum of singulum, dat letterlijk ceintuur of riem betekent.
De nieuwe rondweg lag dus om het hele dorp heen en was in vier stukken verdeeld. De Ceintuurbaan Noord was tussen het Oosteinde en de Leeksterweg gepland en ging dan over in de Ceintuurbaan West die tot de Nieuweweg liep. De Ceintuurbaan Zuid ging vanaf de Nieuweweg tot aan de Norgerweg, waarna de Ceintuurbaan Oost vervolgens in het gedeelte tussen de Norgerweg en het Oosteinde zou komen te liggen. Net zoals het met de woningbouw in het gebied van de Ceintuurbaan Oost het geval was, waren ook hiervoor weer veel bezwaren van wat de oude boer in de Zulte ‘die rieke stinkerds’ noemde en ging dat deel van de weg dus niet door.
Bijna twintig jaren later was de druk op de Ceintuurbaan Noord inmiddels zo verhoogd dat de aanwonenden het idee te hebben aan een racebaan te wonen. Een gezegde rond die tijd was dat wanneer de Vrachtwagens bij het voormalige Cordisgebouw de Ceintuurbaan Noord opdraaiden, zij begonnen te toeteren zodat het verkeer van rechts wist dat er een vrachtwagen aankwam. Op het hoogtepunt van de overlast was het volgens enkele fietsers uit die tijd, een ware survivaltocht om via de Ceintuurbaan Noord te gaan fietsen. Dat was nait best!
Toen het zelfs voor de gemeente Roden te erg werd, besloot men in te gaan grijpen en voerde men snelheid beperkende middelen in zoals verkeersdrempels en later werd het een 30 kilometerzone. Na de nodige beschadigde spoilers en uitlaten hadden de maatregelen toch hun doel bereikt: een einde maken aan deze racebaan.
Daarnaast had de politiek van de toenmalige Roden inmiddels ingezien dat hun ambitieuze plannen om de stad Groningen qua inwoners, en dus ook inkomsten, niet meer te halen en van deze tijd waren en verdwenen dan ook geruisloos in de prullenbak. Heel af en toe steekt er nog bij een politiek warhoofd het idee op dat Roden de stad nog steeds voorbij zou kunnen streven, Dat hierbij oud en historierijk gebied dient te verdwijnen zegt zo’n iemand niets. “Het is toch alleen maar gras”, zegt de man dan maar. Iets wat te verwachten is van iemand die enkel oppervlakkig denkt en geen diepgang heeft.