Vliegende broden door de Zulte.

Op een middag halverwege de maand maart in het jaar 1949 klonk het nare geluid van een naderende en luid toeterende goederentram uit de richting van Leek, die gevolg werd door een harde gil van een paard en een oorverdovend schurend geluid. Met een luide vloek van ontzetting en verbazing zag de dan 52-jarige bakker Koert Liewes uit Roden het paard met zijn volgeladen vierwielige bakkerswagen er in hoge snelheid vandoor gaan richting het dorp Roden en de bomen langs het spoor. Met steeds groter wordende ogen van angst en toenemende verbazing moest de Roner bakker aanzien hoe zijn bakkerswagen door de locomotief gegrepen en versplinterd werd. Met een lijkbleek gezicht zag Koert hoe zijn paard genaamd ‘Oude witte’ met tuig waaraan nog een gedeelte van de wagen hing, met een rotgang naar de boerderij van Henk Woldringh in de Zulte galoppeerde.

Het was een heerlijke voorjaarsmiddag die bewuste dag in de maand maart van het jaar 1949, toen de Roner bakker Koert Liewes met zijn luxe bakkerswagen langs de weg in de Zulte bij het huis van de Vries parkeerde en fluitend met zijn mand vol bakkerswaren naar de wachtende mevr. de Vries-Brink liep. Enigszins verontrustend vroeg de huisvrouw Egberdina aan de bakker of het wel verstandig was om ’t peerd met de mooie woagen daar zo achter te laten, zeker omdat de trein er elk moment kon aankomen.

Het huis waar destijds Egberdina de Vries-Brink woonde in de Zulte. In het jaar 1949 vlogen hier dus de broden van bakker Koert Liewes door de lucht na de aanrijding met de goederentrein tussen Groningen en Drachten. Het huis heeft tegenwoordig het huisnummer Zulthe 3 en woont kleindochter Ina in het huis van ‘Oma’. De foto werd door de familie Klok-Holthuis beschikbaar gesteld aan mij en ik ben ze daar dan ook zeer dankbaar voor.

Met een glimlach op zijn gezicht antwoordde de paardenkenner Liewes dat dit best wel meeviel en de ‘Olle witte’ niet zo snel meer schrok. En ja, Egberdina wist ook wel dat Koert een paar jaren eerder prijzen had gewonnen met zijn paarden. Maar toch was ze er niet gerust op. De dan 61-jarige Egberdina de Vries-Brink woonde destijds in het huis dat tegenwoordig het huisnummer Zulthe 3 heeft. Het zou zeker niet het eerste paard zijn dat door het lawaai en het getoeter van de goederentram aan de haal zou gaan. Maar goed, het verse brood in de mand van Koert rook zo heerlijk, dat er snel weer over de handel van de bakker gepraat werd.

Enkele minuten later stond Koert Liewes bij Egberdina voor de deur met wijd opengesperde mond en zag hoe zijn handelswaar door de lucht vloog en zowel op de wagons als op de grond terecht kwam na de luide knal. De bakker mompelde iets en begon de restanten van zijn bakkerswaar in te zamelen; er moest immers wel weer brood op de plank komen. En hoe liep het af met Olle witte? Waarschijnlijk is het geschrokken dier een eindje verderop weer ingevangen en aan Koert overgedragen. De Roner bakker haalde met deze gebeurtenis wel de tweede pagina van het Provinciale Drentsche en Asser courant die op donderdag 17 maart 1949 verscheen.

Het artikel over het voorval dat de Roner bakker Koert Liewes overkwam in de krant van 17 maart 1949 (bron: Provinciale Drentsche en Asser courant, tweede pagina, 124e jaargang No. 64 Donderdag 17-03-1949).