Blaauwverwerij in de Zulte 38.

Aan het einde van het jaar 1856 verschijnt er in de Provinciale Drentsche en Asser courant van woensdag 10 december een advertentie van ene Cornelis Klaassens Hofsteenge, die ter zijner tijd een boerenbehuizing te koop zal gaan aanbieden. De dan 37-jarige Hofsteenge doet er in de advertentie uitvoerig verslag van dat het huis in het verleden diende als een blaauwverwerij en daarvoor nog steeds zeer geschikt is. Daarnaast beschikt het huis over drie kamers, hofgrond, bouwland en enige percelen hooiland met een venige onderlaag. Waarschijnlijk is de term ‘in het verleden’ redelijk betrekkelijk als het over de werkplaats voor het blauwverven gaat. Eerder dat jaar, op zondag 27 april 1856, wordt zijn zoon Klaas Hofsteenge geboren en bij het invullen van de persoonsgegevens, geeft Cornelis aan dat hij stoffenverver van beroep is. Dus het is zeer aannemelijk dat de beste man recentelijk gestopt was met het verven van stoffen en kleding in de werkplaats.

De advertentie zoals deze in 1856 in de Provinciale Drentsche en Asser courant verscheen. De voormalig stoffenverver uit de Zulte geeft aan voornemens te zijn om zijn woning te gaan verkopen (bron: Provinciale Drentsche en Asser courant, 33e jaargang, nummer 99, woensdag 10 december 1856, 3e blad).

Het huis dat in het jaar 1832 nog in het bezit was van de Kindren van Floris Aukema, was in de latere jaren in het bezit gekomen van Cornelis Klaassens Hofsteenge, die toen nog het vak van riet- en strodekker bekleedde. De op donderdag 24 juni 1819 geboren zoon van de tapper Klaas Hofsteenge en zijn vrouw Angenietje Reinders trad op zaterdag 5 december 1845 in het huwelijk met de 25-jarige uit Peize afkomstige Jantien Jans Melkman, die weduwe was van Harm Hindriks Sietsema. Het huwelijksfeest zal ongetwijfeld op het adres Zuideinde 147 te Roden plaats hebben gevonden, daar waar de tapper Klaas Hofsteenge woonde. Tegenwoordig heeft het pand het huisnummer Brink 20.

De percelen E-346 (huis en erf) en E-347 (tuin) op de Kadastrale kaart van 1832. Op het eerste perceel bevond zich dus de tapperij van kastelein Claas Hofsteenge aan het Zuideinde in Roden. In dit pand zullen de feestelijkheden van het huwelijk tussen Cornelis Klaassens Hofsteenge en Jantien Jans Melkman ongetwijfeld hebben plaatsgevonden (Kaart 1832Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort).

In het jaar 1856 woonde Cornelis Klaassens, destijds ook wel als Klasens geschreven, dus met zijn vrouw Jantien Jans Melkman en hun vier kinderen dochter Angenietje Cornelis (1847), zoon Jan Cornelis (1851), dochter Aaltien Cornelis (1853) en de in april van dat jaar geboren zoon Klaas Cornelis, in het huis in het voormalig esgehucht de Zulte met het nummer 38. Daarnaast verbleef ook de dochter uit Jantien Jans haar eerste huwelijk, de in 1845 geboren Harmanna Harms Sietsema en de 23-jarige boerenknecht Evert Jans Wold.

Op het perceel I-170 op de Kadastrale kaart uit 1832 komen wij het huis tegen, waarin later de familie Hofsteenge kwam te wonen. De grote boerderij die naast de woning staat, was destijds in het bezit van landbouwer Jacob Jans Sinninge (Kaart 1832Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort).

Toen het gezin hier kwam te wonen werkte Cornelis Klaassens dus nog als een dakdekker en voorzag dus gebouwen van een dakbedekking van riet of stro. Een oude omschrijving zegt: “De rietdekker is een ambachtsman, wiens werk het is huizen, boerderijen, hooibergen en molens met riet te dekken. Het dakspan word hierbij bedekt met rieten schoven, die vervolgens door den Rietdekker glad aangeslagen…worden. Het riet (en ook stro) wordt hierbij met een twijg of teen, de derwisch aan de dakroeden gebonden. De strodekker dekt huizen met stro. Per vierkante meter strodak heeft men daarvan twaalf kilogram nodig.1

De samenstelling van de acht bewoners in het huis met het nummer Zulte 38 aan het einde van het jaar 1856 (bron: Drents Archief, Bevolkingsregister Deel 1, 1852-1862, archiefnummer 2001.21, inventarisnummer 3 Gemeente: Roden).

Later in de jaren vijftig van de negentiende eeuw blijkt Cornelis Klaassens zijn ambacht van riet- en stroodekker ingeruild te hebben voor het beroep van stoffenverver. Hij ging dus stoffen verven, door bijvoorbeeld met een oplossing waarin de kleurstof indigo zat en het stof een blauwe kleur kreeg. Voor veel mensen was het in die tijd veel goedkoper hun kleren te laten verven, dan dat zij nieuwe kleren moesten kopen. In het Statistisch jaarboekje voor het Koningrijk der Nederlanden, dat de welvaart en de industriële ontwikkelen in ons land in de gaten hield, merkt op dat: “In Drenthe telde men rond het jaar 1854 nog vijf blaauwverwerijen in de provincie, twee in Assen en de andere drie bevonden zich in Dalen, Dwingelo en Roden.2 Zo werd ook de Ter Heilster pannenfabriek genoemd: “Van de vier steenbakkerijen in Drenthe hebben ééne te Ter Heil, gemeente Roden, tevens pannenbakkerij, en ééne te Emmen niet gewerkt. De beide overige werkten met 8 mannen en 2 jongens, de eersten tegen f 1, de laatsten tegen f 0.90 daags.2

De advertentie van de publieke verkoping van het huis en de landerijen van Cornelis Klaassens Hofsteenge gelegen in de Zulte en gehouden in de kroeg van Harm Schuring. Deze advertentie verscheen een week later nogmaals in de Provinciale Drentsche en Asser courant van zaterdag 3 januari 1857 (bron: Provinciale Drentsche en Asser courant, 33e jaargang, nummer 104, zaturdag 27 december 1856, 4e blad).

Aan het einde van de maand december in het jaar 1856 hakt Cornelis Klaassens de knoop door en kan notaris Herman Hubert van Lier uit Assen aan de slag om het een en ander gereed te maken voor de verkoping, die plaats zal vinden in de herberg van Harm Schuring in Roden. Deze bevond zich destijds ongeveer op de plaats waar nu de ‘Pompstee’ staat. Op zaterdag 27 december staat de advertentie in de Provinciale Drentsche en Asser courant en kan een ieder die belangstelling toont voor de woning en de landerijen, op dinsdag 6 januari 1857 dus zijn bod uitbrengen in de kroeg van Schuring.

Uiteindelijk wordt de hele handel verkocht en vertrekken Cornelis Klaassens Hofsteenge en Jantien Jans Melkman in de maand mei van het jaar 1857 naar Zevenhuizen in de gemeente Leek. Hofsteenge is zijn vorige beroepen blijkbaar beu en gaat op 37-jarige leeftijd een compleet nieuwe uitdaging aan: Landbouwer. Dat het in Zevenhuizen vruchtbaar is voor het echtpaar blijkt wel, dochter Egbertje ziet op dinsdag 19 april 1859 voor het eerst het licht en dan volgt zoon Kornelis op vrijdag 3 januari 1862.

Op de kadastrale kaart uit het jaar 1887 is goed te zien dat de kapitale boerderij naast het voormalig huis van Cornelis Klaassens Hofsteenge is verdwenen en plaats heeft gemaakt voor een kleiner gebouw (Bron: Drents Archief).

En toch kan Cornelis het ware beroep niet vinden en komen wij de oud Roner in het jaar 1865 weer tegen. Nu woont hij met zijn gezin in de Grootegast, waar hij nu werkt als vleeshouwer en daar wordt een levenloos kind geboren op woensdag 25 oktober 1865. Vijf jaren later duikt Cornelis weer op, maar deze keer in Oldekerk waar hij nu als slager werkt. Echter het zit Cornelis en Jantje weer niet mee en op zaterdag 3 december 1870 komt hun 19-jarige in Roden geboren zoon aldaar te overlijden. Uiteindelijk sluit Cornelis in het jaar 1885, 66 jaar oud, zijn ogen voor het laatst en Jantje volgt haar echtgenoot elf jaren later in 1895 op 75-jarige leeftijd.

De situatie op de plaats waar eens de blaauwverwerij van Cornelis Klaassens Hofsteenge en zijn Jantje gestaan heeft in het midden van de jaren zestig van de twintigste eeuw. De originele kaart stamt uit het einde van de negentiende eeuw en werd later gebruikt door de ambtenaren van de gemeente Roden om de vorderende woningbouw binnen het dorp in kaart te brengen. Het betreft hier op de kaart de plaats waar tegenwoordig het Wethouder Deodatusplantsoen ligt (Bron: Drents Archief).

Bijna een jaar later besluit ook Cornelis Klaassens zijn vader, Klaas Cornelis Hofsteenge,  het bijltje er bij neer te gooien en zet zijn huis aan het Zuideinde in Roden te koop. Na het verlies van zijn vrouw op zondag 24 december 1848 en het vertrek van Cornelis en Jantje naar Zevenhuizen, zet nu Klaas Cornelis notaris Herman Hubert van Lier aan het werk. Op dinsdag 24 december 1857 verschijnt er in Provinciale Drentsche en Asser courant op het derde blad een advertentie met het voorgenomen verkoop van de woning, welke plaats zal hebben op vrijdag 4 december 1857 bij Harm Schuring. Je zou haast iets gaan vermoeden dat er een link tussen de familie Hofsteenge en de maand december bestaat. Klaas Cornelis Hofsteenge sluit voor altijd zijn ogen in Roden op zondag 17 september 1865.

Voor Klaas Hofsteenge was het in het jaar 1857 welletjes en ook hij besloot zijn herberg te verkopen. Zijn vrouw Angenietje Reinders was negen jaren eerder op zondag 24 december 1848 overleden en nu dat Cornelis en Jantje waren verhuisd, zal de lol er wel voor Klaas zijn afgegaan (bron: Provinciale Drentsche en Asser courant, 34e jaargang, nummer 141, dingsdag 24 november 1857, 3e blad).

Toen Cornelis Klaassens naar Zevenhuizen in de gemeente Leek was vertrokken, verkocht hij de woning in maart 1857 in de Zulte aan de op zondag 20 juni 1813 te Eelde geboren Aleph Dekker, ook wel Alef genoemd. Dekker was net zoals Hofsteenge verver van beroep, dus deze locatie die geschikt was voor de ververij kwam als geroepen. Samen met zijn tweede vrouw, de op donderdag 13 september 1832 in Peize geboren Diena Alberts Talens betrekken zij in het jaar 1859 het huis. Op vrijdag 24 augustus 1860 wordt hier hun dochter Gerritdina Dekker geboren. In oktober dat jaar trekt de in 1787 te Groningen geboren en gepensioneerde Frederik Noordbergen bij het gezin Dekker. Aleph Dekker blijft tot aan zijn dood op maandag 15 januari 1894 in de Zulte zich verver noemen.

Het gezin van de Aleph Dekker in het huis met het nummer Zulte 38 rond het jaar 1862. De gepensioneerde Frederik Noordbergen vertrok later naar Peize (bron: Drents Archief, Bevolkingsregister Deel 1, 1852-1862, archiefnummer 2001.21, inventarisnummer 3 Gemeente: Roden).

Zoals op veel plaatsen binnen het huidige dorp Roden het geval is, zijn de sporen van de oude bewoning compleet verdwenen en zijn er enkel oude kaarten en archiefstukken die ons nog op de rijke geschiedenis van de vele gebieden kunnen wijzen. Tegenwoordig staan er ook huizen op de plaats waar eens de blaauwverwerij zich bevond en er door Cornelis Klaassens Hofsteenge en later Aleph Dekker kledingstukken werden geverfd.

De rode pijl wijst de plaats aan op een luchtfoto uit 2019 waar eens het huis van Cornelis Klaassens Hofsteenge heeft gestaan. Tegenwoordig bevinden twee woningen op de plaats van de voormalige blauwververij: Molenberg 12 en Wethouder Deodatusplantsoen 33 t/m 33 A (Afbeelding: Topotijdreis.nl).

1 Ambachten, beroepen en functies van toen

2 Statistisch jaarboekje voor het Koningrijk der Nederlanden. Vierde jaargang. Uitgegeven door het Departement van Binnenlandsche zaken. Te ’s Gravenhage, bij van Weelden & Mingelen en bij hunne correspondenten. 1854.